Ik hou van lezen. En van hardlopen. En van schrijvers die ook hardlopen. Ik ken er niet zoveel maar Haruki Murakami is er eentje, en zeker niet de minste. Sinds enkele jaren is hij een van mijn favoriete schrijvers. Zijn boeken zijn erg vreemd en erg Japans maar tevens erg leuk. Wat nog meer leuk is aan Murakami, behalve dat hij schrijft en rent, is dat hij mij in zekere zin aan het hardlopen heeft gekregen.
Enkele jaren terug, stapte ik in het vliegtuig terug naar
Nederland vanuit San Francisco. De vakantie van mijn leven was tot een einde
gekomen. Om mezelf te troosten kocht ik een boekje op het vliegveld: ‘What I
feel when I think about running.’ Van Murakami. Ik kende al enkele van zijn
romans en besloot daarom dat ik dit maar eens ging lezen tijdens mijn lange
vlucht. Dit boekje heeft weinig te maken met de rest van Murakami’s oeuvre maar
vertelt over waarom Murakami was begonnen met hardlopen en zijn liefde voor de
sport.
Toen ik begon met lezen, had ik zelf nog nooit serieus
hardgelopen. Ik ging toen vaak fitnessen en was wel geïnteresseerd in
hardlopen. Ik durfde het alleen niet zo goed.
Murakami schreef zo leuk. In tegenstelling tot zijn romans schreef
hij over heel normale mensen en dingen, maar dan wel met een Murakamiaans
sausje. Hij schreef over beginnen met hardlopen, over marathons die hij liep,
wat hardlopen hem had gebracht, wat voor pijn het hem had gekost en waarom hij
er geen genoeg van kon krijgen.
Enkele maanden nadat ik het had gelezen besloot ik zelf te gaan
rennen. Op dat moment had ik met fitnessen een redelijke conditie opgebouwd en het
lukte me net om een kwartier te rennen. Ik vond het helemaal niet leuk. Ik was
bezweet, knalrood en voelde me enorm bekeken door iedereen die langskwam.
Ik moest wennen aan het feit dat ik niet in de veilige sportschool
op een loopband stond maar dat ik in de enge buitenwereld, klotsend en
schuddend, andere stervelingen voorbij kwam hupsen. Vlak daarna werd mij gevraagd
of ik mee wilde doen aan de Batavierenraceen na enige twijfel stemde ik toe: nu
moest ik wel doorgaan met rennen.
Vorig jaar liep ik 10 km achter elkaar op de Marikenloop. Daar had
ik lang voor getraind, eerst liep ik 5 km achter elkaar en zo bouwde ik het
steeds een kilometer uit. Rennen vond en vind ik nog steeds niet makkelijk, ik
ben niet wat je noemt een ‘geboren loopster’. Ik moet hard trainen om mijn
doelen te bereiken.
Mijn tijd bij de Marikenloop was niet geweldig, waar ik van baalde
maar ik had toch maar mooi 10 km achter elkaar gerend. Dat had ik vroeger nooit
gekund, ik haalde altijd net een 5,5 voor de shuttlerun met gym. Ik had er ook
zo’n hekel aan! Maar nu was ik er gek op. Rennen geeft een kick, een voldaan
gevoel als je klaar bent en het zweet over je lichaam gutst. Je keel is droog,
je benen doen pijn, je hoofd is rood, je haar is nat maar het geeft allemaal
niets. Nu maakt het me niets meer uit dat mensen me zien rennen, ze kijken
maar.
Ik weet wat Murakami bedoelt. Ik denk overal over na als ik aan
het rennen ben. In mijn hoofd heb ik al verscheidene oplossingen gevonden voor
het broeikaseffect en het conflict tussen Israël en Palestina. Tevens had ik
bedacht wat de ideale opstelling zou zijn voor het Nederlands elftal op het EK:
hoeveel ik ook van je houd Mark van Bommel, je bent iets te oud geworden nu.
Jij zit er niet meer in. Sorry.
Dit jaar wilde ik weer 10 km lopen op de Marikenloop maar een lichte
blessure deed me de das om waardoor ik besloot de 5 km te rennen. Ook prima,
maar niet wat ik in gedachten had. Mijn shinsplint blessure is na enkele weken
rust gelukkig over en ik kan weer gaan rennen. Ik bouw het rustig op met
intervaltraining en ga binnenkort weer langere afstanden doen. Ik wil namelijk
sneller worden. Die afstand kan ik wel, de snelheid is niet optimaal.
We weten allemaal hoe het met het Nederlands elftal is afgelopen
dit EK, ik zal het de komende tien jaar niet meer oprakelen. Met het rennen zal
ik eens aan nuttige dingen gaan denken: wat zal ik eten vanavond? Welke factor
zonnebrand zal ik kopen? Een marathon zal ik niet snel gaan lopen maar mijn
grote voorbeeld Murakami heeft me wel geïnspireerd om doelen te blijven
stellen. Dit jaar hoop ik alsnog de zevenheuvelenloop te kunnen rennen. Daar ga
ik weer hard voor trainen. Als het dit jaar niet lukt, dan lukt het volgend
jaar wel. Ik zeg één ding: lief scheenbeen, waag het niet mij dwars te zitten.
Leuk stuk! Nu ben ik benieuwd naar dat boekje en mijn doel is ook de zevenheuvelenloop, dus dan kunnen we mooi elkaar erdoorheen slepen!
BeantwoordenVerwijderenEn toen had je... het toch weer opgerakeld ;)
BeantwoordenVerwijderen