dinsdag 12 juni 2012

Brief aan Tori Amos


Lieve Tori,

Tori, godin der Bösendorfer, priesteres der singer-songwriterdom, abdis der vrouwelijke jaren 90 zangeressen, geliefd door velen, ik luister al zo ontzettend lang naar je muziek. Ik was dertien toen ik je eerste CD kocht, ‘Strange little girls’. Al snel volgden ‘From the Choirgirl Hotel’, ‘Under the pink’ , ‘Little Earthquakes’ en ‘Boys for Pele’. Jouw muziek liep als een rode draad door mijn puberjaren. Ik luisterde allerlei dingen, van Razorlight tot Beastie Boys, maar kwam steeds terug bij jou.
Wat jij in de jaren 90 al deed, dat doen veel vrouwelijke popzangeressen nu. Suffe pianomutsen als Birdy en Laura Jansen moeten jou dankbaar zijn, jij bent degene die voor hen de baan heeft vrijgemaakt. MTV behandelde jou als een paria omdat je niet zo heel lieflijk was, en dat moest je wel zijn.

Nee jij werd niet beroemd met kwelende covers over de liefde;  jij zong over je verkrachting, over gemene vrouwen, over miskramen, over seks, over masturbatie, over de dood. Je zong ook over de liefde, vooral over de pijn die zij je heeft gebracht. Je kwijlde en gruntte op het podium, je gaf een biggetje de borst, je stak je middelvinger op naar de kerk, je haalde uit naar medezangeressen als Madonna, je was vaak onuitstaanbaar trippy in interviews, maar het gaf allemaal niets.
Ondertussen speelde je de sterren van de hemel achter je piano, met de benen wijd en de haren los. Je was niet zomaar iemand, je bespeelde, nee je bereed die piano alsof je leven ervan af hing.
Tegenwoordig noemt men Lady Gaga een ‘aparte’ zangeres. Ik zeg je dit, Lady Gaga is helemaal niets bij wat jij was. Over seks kan ze nog wel zingen, laten we de rest maar niet vragen. Jij had geen jurk nodig die gemaakt was van vlees, jij had genoeg aan jezelf. Toegegeven, je bepaald niet gemakkelijke teksten waren voor mij als schoolkind nog wat ondoorgrondelijk. Sterker nog, dat zijn ze vaak nog steeds. Maar je oude platen, die hoef ik niet volledig te begrijpen, die vóel ik.

Die nieuwe CD’s luister ik niet eens meer Tori. Dat vind ik jammer. Het probleem is, ze zijn zo vreselijk sáái. Lamlendige, lieflijke pianodeuntjes over vlinders en wolken. En af en toe een quasi-heftig uitstapje naar vroegere tijden. ‘Scarlet’s Walk’ vond ik nog wel mooi maar daar ging het al de ‘mellow’ kant op, zo zeggen die Amerikanen het. ‘Mellow’, kabbelend, makkelijk aan te horen, engelachtig, niet vervelend, niet roerend. Er is geen goede Nederlandse vertaling.

Ik hoopte destijds nog dat je jaren 90 Tori nog wel terug zou komen. Maar die kwam niet meer. Ik verloor je even uit het oog. Toen werd het 2007: American Doll Posse kwam uit. Ja, deze was weer iets heftiger, iets minder lief. Ik kreeg weer een sprankje hoop en ik kocht zoals vanouds je gloednieuwe CD. Die hele act daaromheen met die pruiken en die verschillende ‘personages’ was nogal geforceerd. Een beetje Madonna-achtig met haar huup huup Barbatruuk. En ik dacht nu juist dat jij Madonna niet leuk vond. Ik zag je dat jaar live in Amsterdam en dat was heel erg mooi, al hoopte ik stiekem dat je gewoon Glastonbury 1998 over zou doen en dat ik heel even in Engeland was voor dat legendarische concert. Maar helaas, met je blonde en zwarte pruik speelde je voornamelijk de nieuwere nummers. Als ‘Pip’ en weet ik nog meer wat voor veredelde Sesamstraatkarakters je had verzonnen. Ik wil je niet afkraken vanwege je uiterlijk maar je gezicht is fucked-up Tori. Door die verdomde plastische chirurgie, je ziet er eng uit nu. Een heks. En je lijkt nog oud ook. Eerst was je zo’n mooie vrouw. Ik wilde er net zo uitzien als jij. Ik verfde zelfs mijn eigen haar rood. Zonde.

Je nieuwere CD’s zijn gewoon een beetje jammer. Ik weet dat je nu gelukkig bent en dat je een heel erg lieve man hebt en een heel erg schattige dochter. Ik gun het je van harte, maar het niveau van je muziek is gedaald tot een bedroevend Skyradio niveau. Het is geen goed teken dat je nu wél op de radio wordt gedraaid, lieve Tori. Samen met Marco Borsato en Keane. En Birdy, die godvergeten Birdy.

De tijd dat je kampte met liefdesverdriet en miskramen waren de vruchtbaarste tijden voor je muziek. Toen maakte je het rauwe en experimentele ‘From the Choirgirl Hotel’, het compleet onbegrijpelijke maar oh-zo-mooie ‘Boys for Pele’ en eerder natuurlijk de poëtische albums Little Earthquakes en Under the Pink. Ik luister ze nog regelmatig en zucht dan diep. Omdat ik het jammer vind, omdat ik weet dat je niet meer terug komt. Omdat ik weet dat je liever makkelijk geld verdient met makkelijke liedjes voor makkelijke mensen. Het geld is je gegund, je fans blijven je toch wel trouw, MTV draait af en toe een clip van je, als het moet. Maar mij ben je kwijt, lieve Tori. Jij zult mij niet missen, Je kent mij niet, ik jou wel, en om mijn verdriet te verhullen draai ik voor de duizendste keer Little Earthquakes. Omdat ik in het oude wil blijven, koste wat kost.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten