Als ik voor iedere keer dat ik te horen heb gekregen ‘Of ik
nog geen Nederlands kon?’ of ‘Ik vast leraar zou worden’ een euro had gekregen,
had ik nu mijn studieschuld af kunnen betalen. Nederlands sprak ik gelukkig al
voordat ik het ging studeren en nee, ik ben geen leraar. Een soort leraar dan.
Ook schijnen veel mensen te denken dat ik een soort
wandelende Van Dale ben die te pas en te onpas weet te strooien met obscure
woordbetekenissen. Dat zou best leuk zijn maar nee, niet waar. Ik weet wel redelijk
veel over taal wat betreft grammatica en spellingsregels, maar dat heb ik meer
te danken aan de schoolboeken waaruit ik bijles moet geven dan aan mijn studie.
De colleges syntaxis behoren tot mijn verre verleden, net als de rest van mijn eerste
jaren op de universiteit. Terug naar de Van Dale-op-pootjes; van veel woorden
weet ik de betekenis helemaal niet. Of ik weet het ergens wel, maar kan het
niet uitleggen. Mijn leven is soms echt heel moeilijk.
Als je Nederlands hebt gestudeerd komen mensen soms op je af
met allerhande taalkwesties. Ook ik moet er regelmatig aan geloven. Ik word nietsvermoedend
opgebeld met de vraag of ‘Het nu een aantal mensen dat’ of ‘Het aantal mensen
die’ is. Dat soort ongein. Zelf ben ik ondanks mijn achtergrond absoluut geen
taalnazi. Ik zie spelfouten vaak nog niet eens als ik een tekst lees, behalve
als ik ervoor betaald krijg (heus). Mijn vader is echter genadeloos en
verbetert iedere nietsvermoedende ziel die op zijn pad komt. Hij zegt er dan
bij: ‘Ja ik weet dat, want mijn dochter heeft NEDERLANDS gestudeerd.’ Heel erg
goede reden. Maar als mijn vader, dus wel met recht een taalnazi te noemen, er
zelf ook niet uitkomt, schakelt hij het grof geschut in. Dan belt hij mij: ‘Sophie,
er staat een gigantische spelfout in de Volkskrant, ik denk tenminste dat het
fout is. Het is fout toch? Dat kan toch helemaal niet?’
‘Ik eeh..zoek het even voor je op! Ik bel je zo terug.’
Meestal heeft hij gelijk. Uit zichzelf. En heb ik de ANS
(gelijkende de Bijbel) moeten raadplegen voordat ik een zinnig antwoord kon
geven. Niet zozeer omdat ik geen idee had maar omdat ik bang was dat ik het
fout zou hebben. Want dan krijg je het volgende scenario voor je kiezen: ‘Hoe
kun JIJ dat nu fout hebben? Jij moet dat toch weten? Jij hebt NEDERLANDS
gestudeerd!’
Doodsbang ben ik om spelfouten te maken. Ik ben zelfs bang
dat ik spelfouten maak op facebook en twitter. Mijn ‘spontane’ berichtjes kijk
ik altijd zorgvuldig na. Pas heb ik gedroomd
dat iemand in een blog dertig spelfouten had gevonden en ze allemaal in één
heel erg lange comment oranje had gemaakt. In mijn droom moest ik huilen. Ik
werd wakker en dacht gelukkig al snel dat het gewoon een heel erg nare droom
was. Zoiets kán helemaal niet gebeuren, ik heb immers Nederlands gestudeerd. En
ik kijk mijn berichtjes een keer of drie, vier na voordat ik ze publiceer. Minstens.
Ik zoek dan wel veel op, stiekem weet ik heus wel iets.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten