zondag 17 juni 2012

De nadelen van het bestaan van een neerlandicus

Ik heb Nederlandse taal & cultuur gestudeerd, dat maakt mij een neerlandicus. Of neerlandica, als we correcte congruentie willen bedrijven. Ook over de studie Nederlands hebben veel mensen een mening, het maakt niet uit of ze nu wel of niet weten wat de studie inhoudt.
Als ik voor iedere keer dat ik te horen heb gekregen ‘Of ik nog geen Nederlands kon?’ of ‘Ik vast leraar zou worden’ een euro had gekregen, had ik nu mijn studieschuld af kunnen betalen. Nederlands sprak ik gelukkig al voordat ik het ging studeren en nee, ik ben geen leraar. Een soort leraar dan.

Ook schijnen veel mensen te denken dat ik een soort wandelende Van Dale ben die te pas en te onpas weet te strooien met obscure woordbetekenissen. Dat zou best leuk zijn maar nee, niet waar. Ik weet wel redelijk veel over taal wat betreft grammatica en spellingsregels, maar dat heb ik meer te danken aan de schoolboeken waaruit ik bijles moet geven dan aan mijn studie. De colleges syntaxis behoren tot mijn verre verleden, net als de rest van mijn eerste jaren op de universiteit. Terug naar de Van Dale-op-pootjes; van veel woorden weet ik de betekenis helemaal niet. Of ik weet het ergens wel, maar kan het niet uitleggen. Mijn leven is soms echt heel moeilijk.

Als je Nederlands hebt gestudeerd komen mensen soms op je af met allerhande taalkwesties. Ook ik moet er regelmatig aan geloven. Ik word nietsvermoedend opgebeld met de vraag of ‘Het nu een aantal mensen dat’ of ‘Het aantal mensen die’ is. Dat soort ongein. Zelf ben ik ondanks mijn achtergrond absoluut geen taalnazi. Ik zie spelfouten vaak nog niet eens als ik een tekst lees, behalve als ik ervoor betaald krijg (heus). Mijn vader is echter genadeloos en verbetert iedere nietsvermoedende ziel die op zijn pad komt. Hij zegt er dan bij: ‘Ja ik weet dat, want mijn dochter heeft NEDERLANDS gestudeerd.’ Heel erg goede reden. Maar als mijn vader, dus wel met recht een taalnazi te noemen, er zelf ook niet uitkomt, schakelt hij het grof geschut in. Dan belt hij mij: ‘Sophie, er staat een gigantische spelfout in de Volkskrant, ik denk tenminste dat het fout is. Het is fout toch? Dat kan toch helemaal niet?’
‘Ik eeh..zoek het even voor je op! Ik bel je zo terug.’

Meestal heeft hij gelijk. Uit zichzelf. En heb ik de ANS (gelijkende de Bijbel) moeten raadplegen voordat ik een zinnig antwoord kon geven. Niet zozeer omdat ik geen idee had maar omdat ik bang was dat ik het fout zou hebben. Want dan krijg je het volgende scenario voor je kiezen: ‘Hoe kun JIJ dat nu fout hebben? Jij moet dat toch weten? Jij hebt NEDERLANDS gestudeerd!’

Doodsbang ben ik om spelfouten te maken. Ik ben zelfs bang dat ik spelfouten maak op facebook en twitter. Mijn ‘spontane’ berichtjes kijk ik altijd zorgvuldig na.  Pas heb ik gedroomd dat iemand in een blog dertig spelfouten had gevonden en ze allemaal in één heel erg lange comment oranje had gemaakt. In mijn droom moest ik huilen. Ik werd wakker en dacht gelukkig al snel dat het gewoon een heel erg nare droom was. Zoiets kán helemaal niet gebeuren, ik heb immers Nederlands gestudeerd. En ik kijk mijn berichtjes een keer of drie, vier na voordat ik ze publiceer. Minstens. Ik zoek dan wel veel op, stiekem weet ik heus wel iets. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten