zaterdag 21 juli 2012

Wat je graag net anders ziet

Gebeld worden dat je bent uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek terwijl je in de rij staat voor de kassa in de supermarkt. 

Dat je net ‘sexy’ aan het dansen bent op Justin Timberlake en dat dan je vriend binnenkomt. 

Dat de weegschaal een paar ons meer aangeeft dan vorige week. 

Dat je haar precies goed zit, net voordat je gaat sporten. 

Dat je eigenlijk drie keer binnen een uur naar de wc moet, maar dat je huisgenoten al een uur voor de wc deur staan te kletsen. 

Dat je wordt aangesproken voor een gratis drankje of hapje in de stad, net als je met twee loodzware boodschappentassen loopt. 

Dat je eindelijk hebt besloten de dakloze die altijd voor de AH staat geld toe te stoppen en dat hij net weg is gelopen. Ja hallo, ik ga het niet aan een andere dakloze geven. 

Dat je vriendje zegt: ‘Ik neem iets lekkers voor je mee!’ en dat hij dan net de verkeerde soort chips meeneemt.

First world problems, I've invented them.

maandag 16 juli 2012

Het is weer zover

Verdikkie, ik heb weer eens een afte. Het lichamelijk ongemak dat enkele keren in het jaar terugkeert, zo al vanaf mijn vroege prepubertijd. Ik geef mijn plaatjesbeugel de schuld. Die godvergeten plaatjesbeugel, die mijn tandvlees kapot rukte als ik op controle was geweest. Ik liet mijn beugel in duizend kleurtjes opzetten door de orthodontist, om het leed te verzachten. En omdat ik van kleurtjes hield (hou met heel mijn hart). Het zag er niet uit, maar puisten had ik toch ook al, en haarmascara. Ook in kleurtjes.

Terug naar de aftes. Ze zijn lelijk maar een buitenstaander ziet ze toch niet. Ze zitten op vervelende plekjes aan de binnenkant van mijn lip, tandvlees of tong. Als ik een tomaat eet begint het te prikken. Meestal heb ik kleintjes, af en toe een grotere. Ik heb ook weleens gehad dat ik sliste omdat praten pijn deed. Niet leuk.

Hoe ze zijn ontstaan? Geen idee en google maakt me nauwelijks wijzer. Ik geef de plaatjesbeugel de schuld, daar is het kwaad mee begonnen en het is nooit meer weggegaan. Als ik enkele dagen ongezonder eet en meer alcohol drink (zomerfeesten, carnaval), dan weten ze me snel te vinden. Dan negeer ik ze zoveel mogelijk tot ze het vanzelf opgeven en verdwijnen. Ik eet wat meer groente en fruit al zal dat vooral een placebo-effect hebben. Geeft niets, ze gaan toch nooit meer helemaal weg. Ik zit deze onruststoker even uit, en dan is het weer enkele maanden wachten op de volgende. ik zal hem weer geduldig opwachten, tot dan sucker!

maandag 9 juli 2012

Murakami en de hardloopliefde


Ik hou van lezen. En van hardlopen. En van schrijvers die ook hardlopen. Ik ken er niet zoveel maar Haruki Murakami is er eentje, en zeker niet de minste. Sinds enkele jaren is hij een van mijn favoriete schrijvers. Zijn boeken zijn erg vreemd en erg Japans maar tevens erg leuk. Wat nog meer leuk is aan Murakami, behalve dat hij schrijft en rent, is dat hij mij in zekere zin aan het hardlopen heeft gekregen.

Enkele jaren terug, stapte ik in het vliegtuig terug naar Nederland vanuit San Francisco. De vakantie van mijn leven was tot een einde gekomen. Om mezelf te troosten kocht ik een boekje op het vliegveld: ‘What I feel when I think about running.’ Van Murakami. Ik kende al enkele van zijn romans en besloot daarom dat ik dit maar eens ging lezen tijdens mijn lange vlucht. Dit boekje heeft weinig te maken met de rest van Murakami’s oeuvre maar vertelt over waarom Murakami was begonnen met hardlopen en zijn liefde voor de sport.

Toen ik begon met lezen, had ik zelf nog nooit serieus hardgelopen. Ik ging toen vaak fitnessen en was wel geïnteresseerd in hardlopen. Ik durfde het alleen niet zo goed.
Murakami schreef zo leuk. In tegenstelling tot zijn romans schreef hij over heel normale mensen en dingen, maar dan wel met een Murakamiaans sausje. Hij schreef over beginnen met hardlopen, over marathons die hij liep, wat hardlopen hem had gebracht, wat voor pijn het hem had gekost en waarom hij er geen genoeg van kon krijgen.
Enkele maanden nadat ik het had gelezen besloot ik zelf te gaan rennen. Op dat moment had ik met fitnessen een redelijke conditie opgebouwd en het lukte me net om een kwartier te rennen. Ik vond het helemaal niet leuk. Ik was bezweet, knalrood en voelde me enorm bekeken door iedereen die langskwam.
Ik moest wennen aan het feit dat ik niet in de veilige sportschool op een loopband stond maar dat ik in de enge buitenwereld, klotsend en schuddend, andere stervelingen voorbij kwam hupsen. Vlak daarna werd mij gevraagd of ik mee wilde doen aan de Batavierenraceen na enige twijfel stemde ik toe: nu moest ik wel doorgaan met rennen.

Vorig jaar liep ik 10 km achter elkaar op de Marikenloop. Daar had ik lang voor getraind, eerst liep ik 5 km achter elkaar en zo bouwde ik het steeds een kilometer uit. Rennen vond en vind ik nog steeds niet makkelijk, ik ben niet wat je noemt een ‘geboren loopster’. Ik moet hard trainen om mijn doelen te bereiken.
Mijn tijd bij de Marikenloop was niet geweldig, waar ik van baalde maar ik had toch maar mooi 10 km achter elkaar gerend. Dat had ik vroeger nooit gekund, ik haalde altijd net een 5,5 voor de shuttlerun met gym. Ik had er ook zo’n hekel aan! Maar nu was ik er gek op. Rennen geeft een kick, een voldaan gevoel als je klaar bent en het zweet over je lichaam gutst. Je keel is droog, je benen doen pijn, je hoofd is rood, je haar is nat maar het geeft allemaal niets. Nu maakt het me niets meer uit dat mensen me zien rennen, ze kijken maar.

Ik weet wat Murakami bedoelt. Ik denk overal over na als ik aan het rennen ben. In mijn hoofd heb ik al verscheidene oplossingen gevonden voor het broeikaseffect en het conflict tussen Israël en Palestina. Tevens had ik bedacht wat de ideale opstelling zou zijn voor het Nederlands elftal op het EK: hoeveel ik ook van je houd Mark van Bommel, je bent iets te oud geworden nu. Jij zit er niet meer in. Sorry.

Dit jaar wilde ik weer 10 km lopen op de Marikenloop maar een lichte blessure deed me de das om waardoor ik besloot de 5 km te rennen. Ook prima, maar niet wat ik in gedachten had. Mijn shinsplint blessure is na enkele weken rust gelukkig over en ik kan weer gaan rennen. Ik bouw het rustig op met intervaltraining en ga binnenkort weer langere afstanden doen. Ik wil namelijk sneller worden. Die afstand kan ik wel, de snelheid is niet optimaal.

We weten allemaal hoe het met het Nederlands elftal is afgelopen dit EK, ik zal het de komende tien jaar niet meer oprakelen. Met het rennen zal ik eens aan nuttige dingen gaan denken: wat zal ik eten vanavond? Welke factor zonnebrand zal ik kopen? Een marathon zal ik niet snel gaan lopen maar mijn grote voorbeeld Murakami heeft me wel geïnspireerd om doelen te blijven stellen. Dit jaar hoop ik alsnog de zevenheuvelenloop te kunnen rennen. Daar ga ik weer hard voor trainen. Als het dit jaar niet lukt, dan lukt het volgend jaar wel. Ik zeg één ding: lief scheenbeen, waag het niet mij dwars te zitten. 

woensdag 4 juli 2012

Waarom de middeleeuwen tof zijn

De middeleeuwen, een tijdperk waarvan veel Nederlanders denken dat men toentertijd slechts bier dronk, criminelen radbraakte en heksen op de brandstapel gooide. Deels klopt dit, deels ook niet.

Ik, die twee scripties heeft geschreven over middeleeuwse literatuur, ben enigszins bevooroordeeld maar ik weet natuurlijk ook veel meer van de middeleeuwen dan de gemiddelde Nederlander. Het clichébeeld houdt in dat de middeleeuwen één groot, diep donker dal waren waarin alle kennis die de Grieken en Romeinen daarvoor vergaard hadden was ingestort. De neanderthaler was teruggekeerd, echter dit keer bad hij tot Maria en dronk hij liters bier. Pas in de renaissance klom de beschaafde westerling weer uit dit eeuwenlange modderbad der bezoedeling en kon de heidense kennis uit de oudheid weer tentoongespreid worden.

Ik zal u vertellen, hier is dus niets van waar. Sterker nog, wat men in de middeleeuwen heeft bedacht, daar borduren wij nog steeds op voort. Onze taal is in de loop van de middeleeuwen verder ontwikkeld omdat men toen meer de behoefte kreeg aan zijn eigen moedertaal in plaats van dat vermoeiende Latijn. Toen had men al een voorzienend oog dat dat ooit een dode taal zou worden. Serieus. Scholieren moesten eens wat meer Middelnederlands op school krijgen in plaats van Latijn of Grieks.
In de middeleeuwen had men helemaal niet de grootste kennis van de oudheid weggestopt, integendeel. Al die kloosters die werden gebouwd, waarvan sommige nog her en der staan, hadden diverse functies. Zo waren de monniken en nonnen niet alleen druk met bier brouwen, zonden wegbidden en armen opvangen. Zij waren urenlang bezig met de kennis uit de oudheid netjes over te pennen. In de middeleeuwen werd deze namelijk erg gewaardeerd. Al schuwden de middeleeuwse kloosterbroeders en – zusters niet om regelmatig een christelijke draai te geven aan de heidense oudheid. Zonder die vlijtige kloosterlieden hadden wij die kennis wellicht helemaal niet meer gehad.

Ook het beeld van ‘dé Nederlander’ kreeg voor het eerst voet in de middeleeuwen. Later is dit beeld aangepast in de Gouden Eeuw, de verlichting en de negentiende eeuw. De Nederlander in de (late) middeleeuwen was een burger. Een burger die vaak belangrijker was dan de adel. De burgers waren zelfstandige ondernemers die goede zaken deden met collega-ondernemers uit binnen – en buitenland. In tegenstelling tot veel andere landen, waar de adel het grote geld in handen had, werd in de Nederlanden de burger steeds belangrijker. Tegenwoordig zien wij Nederlanders onszelf nog steeds graag als zelfstandige ondernemers, die niet bang zijn voor een beetje handel drijven en die graag medezeggenschap willen. Zeggenschap in Europa, in de wereld, allochtonen, hypotheekrenteaftrek, het Nederlands elftal, de Nederlander heeft doorgaans een grote mond. Beste lezer, deze mentaliteit is in de middeleeuwen geboren. Bepaalt u zelf of we er trots op moeten zijn.

Natuurlijk is er veel aan te merken op de middeleeuwen: zo heeft de katholieke kerk destijds heel veel mensen onderdrukt en vreselijk behandeld. Criminelen werden geradbraakt en gemarteld en dit was een gezellig gezinsuitje voor de rest van het volk. Tegenwoordig hebben we de Efteling, toen ging men naar het marktplein op zaterdagmiddag met de kinderen om de crimineel gerechtgesteld te zien worden. Dit was vast net zo pedagogisch verantwoord als een pretpark maar stukken goedkoper. Als toppunt dronken de middeleeuwers alleen maar bier en geen water omdat dat giftig was. Nog iets om voor terug naar de middeleeuwen te willen.

Die middeleeuwen, dat was helemaal nog niet zo’n gekke tijd. In ieder geval veel toffer dan die suffe verlichting, die arrogante renaissance of die chaotische twintigste eeuw waarvan we nu nog moeten bijkomen. Als ik een middeleeuwer mocht zijn, dan was ik graag een begijn. Een soort kloosterzuster, maar dan met minder verplichtingen. Gezellig met mijn begijnzusters in de tuin kruiden verbouwen en ondertussen wat boeken lezen en hopelijk nog wat gedichten schrijven over mijn sensuele liefdesrelatie tot Christus. En ondertussen bier drinken, want iets anders was er niet. Water drinken voor de ‘lijn’ deed je niet want dan ging je dood. En onder die gewaden hoefde je niet slank en geschoren te zijn want je leefde toch alleen met vrouwen om je heen. O, de onschuld, en dan worden middeleeuwers vroom genoemd. Ik teken ervoor om een keer een kijkje te nemen.

maandag 2 juli 2012

Dingen die heel handig zijn om te weten over je lichaam


In de loop der jaren kom je vaak dingen tegen over jezelf die heel handig zijn om te onthouden. Ik heb het nu over lichamelijke dingen. Ieder lichaam reageert weer anders en mijn lichaam reageert soms vrij sterk op bepaalde dingen, en soms ook totaal niet. Hier een overzichtje van een paar belangrijke lessen die ik tot nu toe heb geleerd:

1. GEEN avocado eten. Ik herhaal: GEEN avocado eten. Voor de rest van de wereld is avocado een ‘superfood’, bij mij veroorzaakt het vreselijke buikpijn en ik moet alles er binnen een kwartier na eten weer uit gooien. Niet charmant.

2. Geen koffie op een lege maag drinken. Resultaat: krampen, gasvorming, duizeligheid.

3. Niet teveel koffie drinken, niet meer dan twee koppen achter elkaar. Als ik dit wel doe krijg ik hardnekkige hoofdpijn die niet meer weg wil. Ik hou van koffie maar ik heb nogal een gebruiksaanwijzing nodig als het om koffie gaat. 

4. Geen forel eten. Ik heb in een ver verleden een sterke allergische reactie gehad na het eten van forel, mijn lichaam zat onder de netelroos en mijn moeder bracht me snel naar de huisartsenpost die nog open was op zondag. Ik kreeg een pilletje en het was heel snel weer weg maar sindsdien heb ik geen forel meer aangeraakt.

5. ’s Avonds niet meer dan één glas water en één kop thee drinken. Als ik meer drink moet ik gegarandeerd een keertje of drie naar de wc ’s nachts. Niet bevorderend voor de nachtrust.