dinsdag 28 augustus 2012

Waarom ik voorlopig geen e-reader wil

Het is zover, mijn ouders hebben een e-reader gekocht. Mijn ouders, die mijn boekhonger tot in den treure altijd hebben gevoed, die voor mij zonder blikken of blozen de 'Boektoppers' en 'Lijsters' bestelden, die iedere vakantie minimaal tien boeken meenamen, hebben een e-reader gekocht. Schoon genoeg hebben ze ervan, van al die boeken, stapels boeken, duizenden vellen papier. Ondertussen zijn ze met een heuse heksenjacht bezig, of beter gezegd: boekenjacht. Ze willen een groot gedeelte op bol.com zetten om te verkopen. Ik heb ze gewaarschuwd, al die oude jaren 70 dingen raken ze niet meer kwijt, al geven ze het gratis weg.

Ze doen het toch. Hun enorme kast met honderden boeken gaat langzaam maar zeker in rook op. Ze hebben er genoeg van, weg ermee. Niet meer nodig. Allemaal ruimteverspilling, onnodig papier, slecht voor het milieu en bovendien zinloos sentiment. Vasthouden aan oude herinneringen en voornemens. 'Ik lees heus nog wel eens dat complete werk van Kafka dat al dertig jaar in mijn kast staat.'

Nu hebben ze een e-reader, daar kunnen honderden boeken in die je met één klik kunt lezen. Vijftienhonderd boeken in één kastje ter grootte van een Hema agenda. Ze vinden het fijn, ze kunnen zelf bepalen hoe groot de letters zijn, handig met een bril. Ze hoeven geen zware boeken meer mee te slepen op vakantie, ze raken geen boeken meer kwijt, alleen maar voordelen.

Ik zie de voordelen maar ik wil er niet aan. Ik wil geen e-reader. Ik wil nog steeds mijn meisjesdroom vervullen: een enorme boekenkast tot aan de nok toe gevuld met echte boeken. Oude boeken, nieuwe boeken, mooie boeken, lelijke boeken, witte kaften, zwarte kaften. Een e-reader staat die droom alleen maar in de weg, hoe handig het ook mag zijn. Ik wil er niet aan. Voorlopig niet. Misschien over dertig jaar als ik mijn eigen boekenkastdroom heb laten uitkomen. Wellicht heb ik er dan ineens genoeg van, net zoals mijn ouders, weg ermee.

Maar nu kijk ik met liefde naar mijn immer kleine, doch uit zijn voegen groeiende boekenkast met stapels echte boeken. Wiens ruggen ik aai en woorden ik in mijn hoofd zie. Waar ik aan kan ruiken en koffievlekken in kan maken. 

Nee, dat is waarom ik geen e-reader wil, ik vind echte boeken gewoon nog veel te leuk.

maandag 27 augustus 2012

Mijn pan is kapot

Mijn pan is kapot. Dit moet de stomste titel ooit zijn voor een stukje. Het is dan ook gewoon een stom bericht. Een stomme zin. Maar het is waar, mijn pan is écht kapot. Er heeft zich een drama in mijn keuken voltrokken: mijn trouwe, rode, zware pan heeft het leven gelaten. Is de pijp uitgegaan. Hij is dood. Verdikkeme.

En wat nu? Nu moet ik een nieuwe gaan kopen. Zonder fijne pan kan ik niet, ik en mijn pannen hebben samen al veel meegemaakt. De heerlijkste soepen, sauzen en chili's heb ik in mijn trouwe vriend bereid. 
Mijn lieve kookmetgezel heeft me door stressvolle etentjes, spannende experimenten en inspiratieloze 'ik warm wel restjes op' momenten heengesleurd. 

Samen lachend en huilend, (letterlijk) door het vuur. Ik, roerend met een houten lepel, mijn roze-met-beige toeristenschort omgeknoopt, dampend boven de kolkende massa vol smaak.

Dat is nu niet meer. Mijn pan is dood. Er zitten ondefinieerbare zwarte stukjes tussen de volmaakt rode saus de smaak te verzieken. Allemaal door mijn pan die zo nodig zijn zwarte laagje moest kwijtraken. 

Het ergste van dit alles? Mijn pan heeft een portie versgemaakte bolognesesaus met zich meegesleurd het graf in. Daar gaat mijn avondeten. Tijd voor een boterham. 

zondag 26 augustus 2012

Recept: Quesedillas of Keesie-dillas (hihi)

Zo, ik heb weer een recept. Een recept waar ik zelf best tevreden mee was maar waar ik achteraf nog wat veranderingen in heb doorgebracht. Iets is immers nooit meteen perfect. Toch ga ik het met jullie delen, want het was erg lekker. Tip nummer één: wees niet bang om te flippen met de pan. Geoefende pannenkoekenbakkers draaien hier hun hand niet voor om, maar ik wel. Ik ben een schijterd als het gaat om flippen van pannen. Het gaat altijd fout bij mij. Nu viel het mee, de truc: wees niet bang, doe het gewoon.

Wat je dus nodig hebt voor twee quesedillas:

200 gram kipfilet
Foto via  http://burgersandbrewsfoodreviews.blogspot.nl/
1 (kleine) rode paprika
1 (kleine) groene paprika
1 ui
1 teentje knoflook
1 rode peper (je kunt ook Mexicaanse jalapeno's gebruiken)
4 kleinere tortillas of wraps
Zeker 300 gram geraspte kaas
(nee dit is geen slank recept)

Voor de marinade:

4 theelepels zonnebloemolie of een andere neutrale olie
sap van een halve limoen
2 theelepels gerookt paprikapoeder (gewoon paprikapoeder kan ook)
2 theelepels komijn
1 theelepel suiker
1 halve theelepel chilipoeder of cayennepeper
2 theelepels korianderzaad
1 theelepel oregano
1 theelepel knoflookpoeder
Zout en zwarte peper naar smaak

Eventueel is verse koriander of peterselie een uitstekende optie, ik was het helaas vergeten.

First things first: snijd de kipfilet in kleine stukjes en meng de ingrediënten voor de marinade door elkaar, laat de kip hierin marineren. Hoe langer hoe beter. Wat je kunt is de dag vantevoren de kip al in de marinade zetten en 's nachts in de koelkast laten staan.

Vervolgens snijd je de paprika's, ui, knoflook en peper in kleine stukjes. Roerbak eerst de kip gaar en laat deze even afkoelen op een snijplankje of bord. In dezelfde pan, waar als het goed nog marinaderesten in zitten, bak je de groente totdat ze zachter worden.
De kip is nu wat meer afgekoeld, nu kun je deze in nog kleinere stukjes snijden. Als dit klaar is zet je alles (kaas, kip, groente) bij elkaar bij je fornuis.

Wat je moet gaan doen is dit:
Leg een tortilla in de koekenpan met een beetje olie, Strooi daar flink wat kaas overheen (laat een randje van 2 centimeter aan de buitenkant kaasloos), en beleg dit met groente en kip. Hieroverheen gaat weer een flinke hoeveelheid kaas en vervolgens weer een tortilla. Druk de bovenste een beetje aan en flip alles om als de onderste krokant is gebakken en de kaas aan het smelten is. Je hebt een flinke hoeveelheid kaas nodig om de tortillas aan elkaar te laten plakken. De quesedillas zijn nu klaar.

Serveer met corona's en zure room. Guacamole is vast en zeker ook heel lekker, als je tenminste tegen avocado's kan. 

zaterdag 25 augustus 2012

Hopeloos onterecht ondergewaardeerde CD's

Ik luister graag naar muziek. Mijn muzieksmaak is erg afwisselend en vooral schaamteloos, ik luister net zo lief naar Glee als naar Sonic Youth. Ik ben niet echt de geschikte persoon om je helemaal op de hoogte te stellen van allerlei nieuwe bandjes en albums, daar ben ik veel te langzaam voor. Ik luister niet naar muziek om de waarde te bepalen maar om te dromen, te mijmeren, te huilen of te dansen. Met name dat laatste doe ik graag. Toch, ik vind bepaalde dingen (onderbouwd) leuk en daar ga ik iets over vertellen.

Sommige albums zijn wat mij betreft ondergewaardeerd. Ten onrechte. Ik vind ze namelijk fantastisch. Ik ga precies vertellen waarom. Hier een top-drietje van, in mijn ogen, hopeloos onterecht ondergewaardeerde cd's. Tijd om er een eind aan te maken.

1. No Doubt - Return of Saturn

Ah, No Doubt. Het feit dat ze weer bij elkaar komen deed mijn tienerhartje sneller kloppen. Ik heb in mijn jongere jaren veel naar No Doubt geluisterd en met name naar deze CD. Volgens trouwe fans en gerenommeerde muziekjournalisten is dit het 'minste' album van No Doubt. Het roze-haar-van-Gwen tijdperk. In termen van verkoopcijfers zeker als je het vergelijkt met hitlijstknaller Tragic Kingdom, met Return of Saturn heeft No Doubt destijds veel fans verloren. Ik vind het echter een prachtig album, het is geen heel vrolijke cd maar ieder nummer is doordrenkt met (liefdes)verdriet, wanhoop en woede. Zelfs in de blijere nummers zoals New klinkt Gwen breekbaarder dan ooit. Ik hou ervan, mijn favoriete nummers zijn Simple kind of life en Six feet under. Gwen alsjeblieft, drop die Harajukurapshit en maak weer een RoS. Je hebt er dan zeker één fan mee terugveroverd.



2. Tori Amos - Strange Little Girls

'Oh, dat coveralbum.' Dat zeggen Torifans nog weleens als het over Strange Little Girls gaat. Het verkocht wel weer goed in vergelijking met haar vorige CD's maar onder fans zie ik het vrijwel nooit in topvijfjes langskomen. 
Het is echter niet zomaar een cd met slechts covers, Toricovers zijn nooit simpele covers. Ieder nummer is zo anders aangepakt dan het origineel dat het compleet andere versies worden. SLG is daardoor een heel interessant album geworden waarin Tori lekker veel heeft geëxperimenteerd. Zo doet ze een poging tot rappen (nouja, hijgerig fluisteren is het meer) in Bonnie & Clyde '97 van Eminem en gaat het dak eraf met gitaren, drums en synthesizers in Heart of Gold van Neil Young, waarin het origineel totaal onherkenbaar is geworden.
Kortom, SLG is zeker niet zomaar een inspiratieloos album met covers, het is een vreemde, maar lekkere draaikolk van Tori Amos ooit zo briljante maar knettergekke geest. Zeker de moeite waard.



3. Garbage - Beautiful Garbage

Garbage is zo'n band die bij mij niet veel fout kan doen. Zo ook niet bij dit album. Veel fans zijn blijkbaar afgehaakt door Beautiful Garbage maar ik (gelukkig) niet. Typisch voorbeeld van een band die een risico neemt, zichzelf wil vernieuwen en wat dan volgens 'kenners' en 'fans' niet goed uitpakt. Ouwe zakken. BG is anders dan andere Garbage albums maar niettemin leuk. Meer elektronicagedoe en hiphopinvloeden bijvoorbeeld, internet-geëxperimenteer, wat heel hip was in de jaren 00 vergeleken met de jaren 90. De eerste single Androgyny zette meteen de toon voor de rest van de plaat en werd slecht ontvangen door veel fans. Men moest gewoon wennen, tegenwoordig zijn zulke nummers niet meer weg te denken.
Het enige echt jammere aan dit album? Shirley Manson, de mooiste vrouw ter wereld, die ineens haar beroemde rode haar had gekortwiekt en platinablond had geverfd. Toegegeven, het stond haar wel. Maar wat staat die vrouw niet!




Oja, ik luister trouwens ook naar mannelijke artiesten hoor. Mocht je het je afvragen. Het is toeval dat dit voornamelijk vrouwen zijn.

vrijdag 24 augustus 2012

woensdag 22 augustus 2012

Tips van Sophie

Ik lees graag tips. Ik geef graag tips. Een beetje gejat van andere blogs, maar toch. Ik hoop dat iemand er iets aan heeft, al is het maar een klein beetje. Veel plezier met mijn tips!

- Eet je graag pindakaas? En graag banaan? Leg eens plakjes banaan op een boterham met pindakaas en strooi er kaneel overheen. Je weet NIET wat je proeft!

- Max factor False Lash Effect is nog steeds de beste mascara ooit. 

- Ooit eens gelezen op een forum: strooi een lepeltje cacaopoeder door je chili con carne, serieus, dat is lekker!

- Deze week: Corona's in de bonus bij de AH. Ik ga ze zelf drinken bij Fajitas die ik later deze week ga maken. Als het lukt, komt er weer een recept online. 

- Je hebt eigenlijk maar weinig schoonmaakmiddelen nodig. Maak ramen en spiegels schoon met een sopje van afwasmiddel en azijn en strooi soda in je gootsteen als deze erg smerig is. Werkt als een tierelier en voor de hippies onder ons: weinig chemicaliën.

- Koop Medjoul dadels in plaats van gewone. Ik vond gewone dadels maar muf en saai, deze zijn daarentegen ontzettend lekker, zoet, caramelachtig en aangenaam plakkerig.

- Bij de Lidl koop je de lekkerste Griekse yoghurt ooit. Buiten Griekenland dan.

- Als je zelf graag tomatensauzen/soepen maakt, de blikken/pakken van Heinz zijn reuzelekker. Wel duurder dan Euroshopper, maar maakt een fiks verschil.

Nou dat zijn er een paar. Ik hoop dat iemand er iets aan heeft. Tot de volgende tips!

zaterdag 18 augustus 2012

Kenmerken van burgerlijkheid


Ik ben burgerlijk. Dat zeg ik hardop. Ik behoor tot een zekere sekte van vrouwen die graag binnen op de bank zit met een kop thee op tafel en een mintgroene pyjamabroek aan de billen. Sex and the city mag dan mijn favoriete serie ooit zijn, mijn leven lijkt niets op dat van de hippe Carrie & Co. 

Ik woon al ruim anderhalf jaar samen vóór mijn vijfentwintigste. Wel in de bruisende binnenstad, dat dan weer wel.

Mijn geliefde en ik hebben ‘samen’ een auto. Samen staat tussen haakjes omdat hij verreweg de meeste kilometers maakt.

Onze vriendenkring (let op het gebruik van ‘ons’ en ‘wij’ in dit stukje) bestaat grotendeels uit andere stellen.

Mijn zorgverzekering is geregeld via het werk van mijn geliefde. Omdat we korting kregen.

We eten altijd brood dat afkomstig uit onze vriezervoorraad.

We eten gemiddeld twee keer per week aardappelen. Maar die zijn gewoon lekker. Echt waar.

We eten bijna altijd rond 18.00, omdat mijn geliefde dan thuis is van werk. En als hij later thuis is dan belt hij mij eerst.

Ik plan in wanneer ik bepaald wasgoed het best kan wassen. En raak in de war als mijn zelfbedachte schema door de war wordt gegooid door allerhande zaken.

Ik heb een favoriete soort dweil en schuursponsjes, ik wil nooit meer iets anders.

Ik slaak een zucht van pure tevredenheid als ik een zware tas vol boodschappen de trappen op heb weten te slepen.

Als ik ’s avonds met koud weer niet meer de deur uit hoef, trek ik graag mijn mintgroene-met-stipjes-pyjamabroek aan, die je reinste ‘ik wil tot mijn zestigste geen seks meer’ mentaliteit uitstraalt.

Ik heb mijn geliefde een kerstkaart rond laten sturen namens ‘ons’, een zelfbewerkte vakantiefoto met jolig groen en rood en een Kerstmannetje erbij.

Ik betrap mezelf erop dat ik dingen zeg als: ‘Doe mij maar een lekker WIJNTJE.’ Of ‘Poe, niet zoveel hoor, ik moet morgen vroeg op.’ Of: ‘Hèhè, het is hier weer stralend schoon!’

Dit was weer even genoeg. Zwelgen in zelfmedelijden, dat ga ik doen. Waar is mijn leven toch gebleven? Mijn haar mag misschien redelijk lang zijn en snel aangroeien, mijn wilde haren ben ik allang kwijt.



zondag 12 augustus 2012

Wat te doen met aubergines?


De aubergine, de vriendelijke, paarse reus onder de mediterrane groentesoorten. Niet het soort groente dat je makkelijk ergens bij gooit of tussendoor opknabbelt. Nee, de aubergine vereist bereiding, een plan van aanpak. Op dit moment zijn aubergines spotgoedkoop en ik eet ze regelmatig, tijd om eens een overzichtje te maken met wat je er zoal mee kunt doen.

Aubergines kunnen redelijk bitter vocht bevatten. Tegenwoordig worden ze zo doorgekweekt dat de bittere smaak grotendeels verdwenen is. Toch loont het om ze vantevoren te weken in zout om de bittere smaak los te krijgen. Dit doe je als volgt: snijd de aubergine in plakken en wrijf ze in met zout, leg ze in een vergiet in de gootsteen en verzwaar het met een paar blikken bonen, appelmoes of tomatensaus. Door er gewicht op te leggen, lekken de aubergines sneller uit. Na een halfuur kun je het zout afspoelen en zullen ze minder bitter smaken. Ik vind zelf dat dit niet alleen de smaak maar ook de textuur ten goede komt. Het is net of het vruchtvlees en de schil minder stug worden door het weken waardoor je ze fijner kan eten.
Done? Dan kun je er het volgende mee doen. Ik combineer aubergines graag met andere groente zoals courgette of tomaat. Zelf hebben ze niet zoveel smaak en daarom zijn ze ideaal voor gerechten als voor sauzen of ovenschotels.

Aubergines zijn prima te grillen en daarna in een (pasta)salade te verwerken. Met wat citroensap, (goede) olijfolie, feta, andere groente/kruiden naar smaak en knoflook smaken ze hartstikke lekker.

Je kunt aubergines ook goed als vervanging van bijvoorbeeld lasagnebladeren gebruiken als je op je koolhydraten of calorieën wil letten. Sowieso zijn aubergines door hun stevige textuur en neutrale smaak een favoriet onder de vegetariërs en afvallers. Doordat aubergines veel 'body' hebben, kunnen ze pasta of vlees (deels) vervangen.

Ook heel lekker is aubergines frituren! Snijd ze in grote plakken en haal iedere plak door bloem, losgeklopt ei en vervolgens door paneermeel of vers broodkruim. Bak ze in een koekenpan met olie of boter mooi bruin. Heerlijk in het beroemde recept 'Eggplant Parmesan' of simpeler 'Aubergine met Parmezaan'. Ik ga hier vast nog een keer een eigen recept van online zetten.

Een van mijn favoriete gerechten is de Caponata. Een soort kruising tussen een dikke pastasaus en een warme salade. In dit Siciliaanse gerecht speelt de aubergine de hoofdrol. Heel makkelijk, lekker en betaalbaar. Vooral lekker met ciabatta, of met pasta, of gewoon zo.

Voor 4 personen

1 grote aubergine
2 stengels bleekselderij
1 rode paprika
1 grote ui
2-3 eetlepels kappertjes
2-3 eetlepels blanke rozijnen
1 blik tomatenblokjes
3 eetlepels ontpitte zwarte olijven
1 (halve) theelepel chilipoeder
1 eetlepel suiker (ongeveer, naar smaak)
2 eetlepels (rode wijn) azijn
Zout en peper
Olijfolie
Paar blaadjes verse basilicum

Verhit olijfolie in een grote plan en bak de paprika, selderij en ui voor een paar minuten tot ze zacht worden. Bij dit gerecht is het belangrijk dat je alles in ongeveer gelijke stukjes snijdt, dat kookt makkelijker! Voeg de aubergine toe met een beetje chilipoeder en bak nog een paar minuutjes. Voeg de tomatenblokjes toe en laat alles ongeveer 20 minuten lekker sudderen. Gooi daarna de rest van de ingredienten (behalve de basilicum) erbij en laat dit even lekker doorgaren. Maak af met zout, peper en basilicum. Enjoy!






woensdag 8 augustus 2012

Opgepast: dit is een zeikblog

Een heel erge zeikblog, die ik schrijf nu ik ziek ben. Nu jullie dit lezen ben ik alweer volledig opgeknapt en heb ik mijn stukje vol koortsgevloek nog maar even aangepast. Anders wilde vast helemaal niemand ooit nog mijn blog lezen…

Wanneer ik ziek ben, ben ik erg gefrustreerd en is er tijdelijk geen spaan heel gelaten van mijn normaliter sprankelende persoonlijkheid. Een prima moment om het eens te hebben over mijn ergste teleurstelling op literair gebied van het afgelopen jaar. Een boek waarvan ik al vanaf het begin sceptisch had moeten zijn. Een boek dat werd geprofileerd als ‘hilarisch’ en de combinatie ‘grappig & ontroerend’ bestempeld kreeg, dit zijn recensiekreten waar gewoonlijk mijn nekharen van overeind gaan staan. Woorden waarvan mijn zintuigen op scherp gaan staan en alle literatuurminnende vezels in mijn lichaam gaan protesteren. En er stond ook nog: ‘Aangeprezen door Veronica Magazine’.
Ik had naar mijn instinct moeten luisteren. Maar dat deed ik niet.

Eerst even dit: mocht je dit boek nog niet hebben gelezen en wil je dat alsnog graag gaan doen, sla de rest van de tekst dan even over want er komen enkele ‘spoilers’ in voor!

Dus ik ging het lezen, de literaire topper van rond de jaarwisseling: De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween door Jonas Jonasson. Een boek waar ik goede verhalen over had gehoord en waardoor ik besloot ‘gewoon een lekker hypeboek te gaan lezen’.  Ik heb een lichte aversie jegens hypeboeken, van die Brunaknallers die ineens overal ongevraagd opduiken. Dit is ook zo’n boek.

Ik begon te lezen met de gedachte dat het vast hilarisch zou worden, want dat had ik van iedereen gehoord. Waar ik op stuitte was een aaneenschakeling van ‘toevallige’, onbegrijpelijke gebeurtenissen die ongelofelijk veel ‘effect’ hebben. ‘Goh, wat een schattig mannetje die Allan Karlsson (de hoofdpersoon).’ dacht ik in het begin nog. Later bleek het eigenlijk best een hufter te zijn, en een moordenaar, en een oplichter, en hij was ook nog vrij dom en egoïstisch. De andere personages waren al net zo irritant, zeker de hulpjes van Allan. Zeker die ene die dertig jaar lang gestudeerd had en dan én bijna dokter én bijna kok én bijna advocaat én bijna historicus was, of wat hij ook allemaal mag zijn. Heel bijzonder dat hij toevallig alles wist! Nee, niet echt. 
Eerlijk gezegd hoopte ik grondig dat de hoofdpersoon door of de politie of de bende criminelen die hij dwars had gezeten werd gepakt. Dat gebeurde maar niet voor een ruime driehonderd pagina's. En tot overmaat van ramp kwam er ook nog eens een olifant op het toneel. Een OLIFANT. Nou, hilarisch. Nogal cliché hoor voor een ‘grappige’ schrijver, ineens met een totaal random dier op de proppen komen. Een Afrikaanse olifant in Zweden, totaal onverwacht en spontaan! Nee, niet echt.

Zoals je kan lezen, vond ik het nogal een geforceerd geschreven boek met niet-grappige grapjes. Van die ‘lach of ik schiet’ grapjes, en daar hou ik niet zo van. Maar ik begrijp best dat veel mensen het wel een leuk boek vinden, ik gewoon niet. Met enige moeite en tegenzin heb ik het uitgelezen omdat ik telkens dacht: ‘Maar dit boek was toch zo leuk? Het wordt vast beter.’ Nee, niet echt.

Wat ik wél serieus leuk vond aan het boek was dat de wereldgeschiedenis wordt verteld met Allan Karlsson in de hoofdrol, alles wat hij in zijn lange leven heeft gedaan. Van die gebeurtenissen uit geschiedenisboeken waarbij je bij een potje Triviant denkt: 'Die moet ik onthouden voor de volgende partij.' En dat lukt natuurlijk nooit.  Een kijkje in de wereldgeschiedenis. Aangezien ik wel heel erg van historische romans hou, had daar van mij de nadruk op mogen liggen. Niet op die absoluut niet spannende achtervolgingstocht die Allan en zijn maatjes maken.

Zo, heb ik mijn zeikblog toch nog met een (voorzichtige) glimlach afgesloten. Tijd om mijn bed weer op te zoeken. 



maandag 6 augustus 2012

Ik ging weer eens koekjes bakken...

...en ze waren heel erg lekker! Gelukkig maar. Ik ben een beetje bang voor bakken, hoe leuk het ook is, ik vind het eng. Bakken komt namelijk veel preciezer wat betreft verhoudingen dan koken en ik ben een slechte receptenvolgster. Wat zeg ik, een heel erg slechte receptenvolgster. Iedere keer als ik een recept lees bedenk ik al meteen wat ik anders ga doen. Zo ook bij dit recept uit het boekje 500 chocoladegerechten door Lauren Floodgate. De verhoudingen bij dit recept klopten wat mij betreft al voor geen meter (één lullig eitje en een paar lepeltjes olie op 130 gram meel, 120 gram suiker én 30 gram havermout!). Dus wat deed ik, ik paste het recept gaandeweg aan. En eerlijk gezegd heeft dat dit keer verdomd goed uitgepakt.                                             

Hier mijn aangepaste recept voor overheerlijke havermout-chocoladekoekjes! In het originele recept zitten rozijnen, die was ik vergeten bij de boodschappen. Voeg ze gerust toe!

120 gram bloem
40 gram zelfrijzend bakmeel
60 gram kristalsuiker
60 gram lichtbruine suiker
2 theelepels bakpoeder
30 gram havermout (van die goedkope Euroshopperpakken)

2 medium eitjes (in het originele recept staat dus één, vertrouw me, dat is te weinig!)
3-4 eetlepels zonnebloemolie 
1 theelepel vanille-aroma
100 gram pure chocolade

Verwarm de oven voor op 180-200 graden (ken je oven, ken jezelf!). Zeef de bloem en het bakmeel en gooi deze twee samen met de andere droge ingrediënten, meng alles vervolgens lekker door elkaar. Klop in een andere kom de eitjes los met het vanille-aroma, giet daarna de inhoud van deze kom bij de droge ingrediënten en meng alles door elkaar. Voeg voorzichtig de lepels olie toe, het kan zijn dat je niet alle olie nodig hebt of dat je zelfs een beetje meer nodig hebt. Ik heb zelf iedere lepel apart door de rest van het beslag gemengd zodat alles goed werd opgenomen. Je beslag moet vrij nat en kleverig zijn en als het ware van de randen van de kom 'loskomen'. 
Breek of hak de chocolade in stukjes en meng deze door het beslag. In het originele recept staat dat je 'chocoladedruppels' moet gebruiken. Deze zijn in mijn omgeving vrij moeilijk verkrijgbaar of redelijk duur. Om deze redenen prefereer ik een ordinaire chocoladereep. 
Meng kleine balletjes en leg ze op een bakplaat (niet te dicht bij elkaar). Uit dit beslag heb ik ongeveer twaalf koekjes kunnen halen, sommige kleinere, andere groter. Leg ze ongeveer 15-20 minuten in een voorverwarmde oven en vergeet de bakplaat niet een keer om te draaien. Ze zijn klaar als ze goudbruin zijn. Ze mogen nog een klein beetje kleffig zijn als je ze uit de oven haalt, ze worden vanzelf steviger als ze afkoelen.

Enjoy! 

zaterdag 4 augustus 2012

Nieuwe categorie: onzinproducten en belazermethodes

Het is zover. Ik ga iets doen wat ik op veel blogs tegenkom, namelijk een bepaalde categorie. Mijn categorie betreft producten, met name wat betreft voeding, die me opvallen en vaak irriteren. Ik ben een heel vrolijk, heppy-peppy persoontje, maar aan sommige dingen erger ik me en ik misbruik deze blog om mijn gal te spuwen. Het is immers lekker mijn blog.

Na jarenlang bezig te zijn geweest met voeding, lijnen en dergelijke ben ik al heel wat leugenachtige producten tegengekomen. Vandaag zal ik beginnen met toch wel een toppunt van onzinproducten, een koning der supermarktmisleidingen, uit al die vreemde zaken die ik ben tegengekomen.

Nietsvermoedend liep ik vandaag de welbekende blauwe grootgrutter binnen om boodschappen te halen. Suiker, dat had ik nodig, want ik ben van plan koekjes te bakken (voor de vrolijke noot: hiervan volgt een recept!). Ik liep naar het suikerschap en wat zag mijn oog? Twee soorten suiker, een rode zak en een blauwe zak. Op de blauwe zak stond het woord 'light'. 'Light?' Dacht ik. 'Hoe kan suiker nu in hemelsnaam light zijn?' Lightproducten zijn doorgaans met minder vet of vetvrij, of met minder suiker of suikervrij. Maar suiker zelf kan toch geen light zijn? Blijkbaar wel. Wat de Albert Heijn heel slim heeft gedaan is zoetstoffen zoals maltrodextrine toevoegen zodat ze minder kristalsuiker hoeven te gebruiken in het pak kristalsuiker. Dan krijg je dus een cocktail van gewone kristalsuiker vermengd met zoetstoffen die uiteindelijk 33% minder calorieën bevat dan een rood pak kristalsuiker. Maar wie koopt dit nu? Wie trapt hier in? Ik gebruik weinig suiker, maar als ik het nodig heb, pak ik liever de normale suiker. Dat is vooral omdat ik niet zo van zoetstoffen houd, ze smaken me wat vreemd. Ik vind bloemkool naar zwavel smaken, zo vind ik zoetstof naar pijnstillers smaken, pijnstillers die al heel erg lang in een vergeten toilettas liggen, dat soort. 

Na wat gegoogle kwam ik op diverse sites terecht die de light suiker al onder handen hebben genomen en zelf heb ik het etiket uitgebreid bestudeerd. Zo blijkt dat de light variant van de AH voor een theelepel 12 calorieën bevat en de normale variant bevat 18 calorieën per theelepel. Goh, dat is nog best een significant verschil, zou je denken. Nu staat er letterlijk op het pak dat voor een theelepel van de light variant drie gram wordt gerekend en de normale variant is volgens de AH vier en een halve gram per theelepel. Ja lekker makkelijk Meneer De Grote Blauwe Super, zo kan ik alles wel light maken, gewoon minder gebruiken dus!

Waarom zou ik chemische zoetstoffen als vervanger voor normale suiker willen? Als ik gewoon zoetstof wil, koop ik dat wel. Maar waarom zou je gaan knoeien met een normaal product om het 'gezonder' te maken? Alles voor dat lieve Unilever-approved etiketje tegenwoordig.

Lieve mensen, als je suiker wil eten, koop dan normale suiker zonder zoetstoffen met nare bijsmaak (mijn bescheiden mening). En als je wil lijnen, eet dan geen of gewoon minder suiker of ga desnoods aan de gangbare zoetstoffen als dat je ding is. Maar koop gewoon geen light suiker, het is de grootste onzin die er bestaat. Bijna nog erger dan maandverband met lavendelgeur (een toekomstig slachtoffer), en dat zegt veel. 
Heel veel.

Ik ga koekjes bakken, mét echte kristalsuiker. Want die lightmeuk komt er hier niet in. Nooit!
Foto via dutchfoodexpress.nl

donderdag 2 augustus 2012

Wat ik heb geleerd in Italië


Ik was afgelopen week dus in Italië en het was erg leuk. En warm en druk! Rome was natuurlijk fantastisch maar de grote hoeveelheden toeristen, alle graaiers of bedelaars die een slaatje uit de toeristen proberen te slaan en het chaotische verkeer brachten me niet echt tot rust. 
Dat gebeurde later wel in Toscane, waar we heel relaxed hebben genoten van de natuur, het weer, de oude dorpjes en steden en vooruit, ook wel van elkaar. Ik weet het nu zeker: ik ben verliefd op Toscane. Met zijn typisch Italiaanse bergdorpjes, type: 'We hebben een grote, gele kerk, een pizzeria met plastic tuinmeubelen en drie boerderijen.' Toscane met zijn geurige olijfbomen en tomatenplanten, de wijnen die ik heb plezier heb genuttigd, de nogal bochtige bergweggetjes, brandende zon en zwoele zomers, om maar enkele clichés die de mediterrane landen rijk zijn te noemen. 
We hebben een fly&drive reis gemaakt via Kras en dat is goed bevallen. 
Met het vliegtuig vertrek je vanuit Rotterdam naar Rome, huur je een auto en cross je verder het land door. Je moet je wel houden aan de hotels die voor je geboekt zijn in diverse plaatsen, maar verder ben je vrij. De auto (een Fiat Bravo, voor de autofreaks) moesten we weer inleveren op vliegveld Malpensa bij Milaan, waar we ook terugvlogen naar Rotterdam. Ik kan een dergelijke reis iedereen aanraden, zeker aan mensen die graag zelfstandig zijn en niet iedere dag aan het strand of zwembad willen liggen.

Ik was al eerder in Italië geweest maar nu zijn me echt enkele dingen opgevallen aan het land en het volk. Tijd voor orde in de chaos, tijd voor een lijstje!

Italianen rijden graag net tussen twee weghelften in, alsof ze niet kunnen kiezen of gewoon omdat ze dat leuk vinden. Of omdat ze graag trollen. Ik snap er helemaal niets van. Van knipperlichten hebben de meeste automobilisten daar trouwens ook niet gehoord.

Italianen parkeren overal waar een klein gaatje te vinden is, soms zelfs op het zebrapad. In Rome worden met name de Smartjes en Vespa’s schaamteloos op vreselijk irritante plaatsen gezet. Ik keek mijn ogen uit. Waar je in Nederland op een fikse boete kunt rekenen als je je auto tien centimeter uit het vak heb geparkeerd, ziet de Italiaanse politie alles door de vingers. 

In Rome kun je reizen met de metro. Waar in steden als Londen en Parijs de metrostations heel duidelijk staan aangegeven en het zelfs voor een toerist een zeer gebruiksvriendelijk systeem is, is dat in Rome net even anders. Lang niet op alle plaatsen is überhaupt een metrostation te vinden. Daarnaast zijn ze soms wat verborgen, zie je een grote ‘M’, blijkt dat het station driehonderd meter verder achter een muur ligt, en dat je eerst drie straten moet oversteken. Rare jongens die Romeinen.

Zit je in een totaal random plaatsje in Toscane (Foligno, voor de geïnteresseerden), komt er ineens een Italiaanse minister voorbij met een leger aan bodyguards en militairen. Wij kenden hem niet maar de Italianen om ons heen begonnen druk foto’s te nemen, elkaar aan te stoten en hun moeder te bellen. ‘Mama! Signor de ministro!’ En wij zaten daar, anoniem toeristentuig, bier te drinken op dat plein recht voor de neus van de minister. We zijn ook nog eens gefilmd en wellicht hebben we al ons debuut gemaakt op de Italiaanse televisie met een Heinekenflesje in de hand, weten wij veel. 

Waar in veel grote Nederlandse steden auto’s in het stadscentrum worden geweerd of zelfs helemaal niet mogen komen, is dat in Italiaanse steden als Rome en Florence geen enkel probleem. Hoe bochtig, nauw of slecht gemetseld de straten ook zijn, hoeveel toeristen er zich doorheen proberen te wurmen, auto’s mogen OVERAL rijden. En dus ook parkeren.

Waar je in Nederland in winkelstraten veel ‘casual’ broeken en vestjes ziet hangen, zie je in Italiaanse etalageruiten veelal sexy jurkjes en torenhoge hakken. Aaf Brandt Corstius zei het al eens: ‘De Italiaanse vrouw is als een olijf, de Nederlandse vrouw is meer een melkfles.’ Aan de mode te zien en hoe de vrouwen zich hier en daar kleden moet ik haar groot gelijk geven.

Droge witte wijn uit de Soave streek is een wijn die iedereen zou moeten proeven. Ik ga de plaatselijke slijter eens aanstoten deze te bestellen, tot op heden ben ik hem in Nederland nog nergens tegengekomen namelijk. Mocht je weten waar ik deze wijnen kan halen, laat het me weten!

Op de radio laten ze nooit een nummer een beetje uitspelen, ze kappen het altijd af ongeveer anderhalve minuut voor het daadwerkelijke einde. En nog abrupt ook, met snerpend Italiaans gelul.

Het is toch wel een beetje jammer dat je alleen in Italië een pizza kunt eten die daadwerkelijk écht lekker is. Aan alle Nederlandse pizzabakkers: doe eens wat beter je best en mik eens wat minder olie en salami over die pizza’s, het hoeft niet moddervet te zijn!

Vaders uit daadwerkelijk alle landen ter wereld dragen vadersandalen op vakantie. Een mondiale modegril. 

Het klinkt nu net of ik heel gefrustreerd terug ben gekomen uit het land van de pizza en pasta maar niets is minder waar. Ik vind Italië een prachtig land en ik wil er nog heel vaak naartoe. Maar voor nu ben ik blij dat ik weer in het (redelijk verkeersveilige) Nederland ben.